Het theater is in de afgelopen 5 jaar rap toegankelijker geworden. Toch zijn de kansen voor dove en slechthorende makers nog lang niet gelijk aan die van horende. ‘Het is niet zo dat theater met doven in de kinderschoenen staat. We zijn nog op zoek naar die kinderschoenen.’ Hoe maken we de sector ook in dit gebied zo snel mogelijk inclusief?
Het is 5 juni 2024 als ik over de grijze klinkers loop van de smalle straatjes in Haarlem, terwijl regen op mijn pet drupt. Ik ben onderweg naar de Schuur, voor de afsluitende avond van het Creative Access Lab, dat Toneelschuur Producties samen met New Pack Inclusion Creators organiseerde. De afgelopen 3,5 week trokken zeventien makers zich terug in een speciaal gecreëerd laboratorium. Een aantal is verbonden aan Toneelschuur Producties en een aantal anderen is doof, blind, zit in een rolstoel en/of is prikkelgevoelig. Samen bogen zij zich over de vraag hoe zij het theater radicaal inclusiever kunnen maken.
Boaz Blume
Bij het binnenlopen van de zaal hangt een medewerker een zwart kastje om mijn nek. Het wordt later wel duidelijk waar dat voor bedoeld is, zegt ze. Ik neem plaats op een van de stoelen die nog leeg zijn en kijk naar het podium waar vijf houten presentatiemeubels staan. Op elke stellage ligt een ander object, variërend van een basketbal tot een karaf water en een sinaasappel. Microfoons op standaard hangen er als nieuwsgierige vogels boven.
Ik volg de instructies en zet de koptelefoon op die bij het kastje hoort. Zodra ik de aanknop naar rechts draai hoor ik een mannenstem die precies vertelt wat er op het podium te zien is. Een vorm van audiodescriptie waarmee blinden en slechtzienden een voorstelling kunnen volgen. Ik sluit mijn ogen en volg zo de eerste performance.
– Iris Peters / Theaterkrant